RunRepeat

Who needs to eat and sleep

CPC Loop Den Haag 2018

Blog, 4 minuten

Wie is mijn pacer

Oh oh oh. Ik moet zo erg plassen! En ik ben net geweest. Maar helaas, in het startvak zijn geen Dixies aanwezig om de allerlaatste keer je blaas te legen.

Ik strik mijn schoenen nog wat beter en als ik weer rechtop sta, dan zie ik dat ik me precies tussen de pacers van 1:50 en 1:45 begeef. Je herkent deze helden aan de vlaggen die ze dragen. Ik weet dat 1:50 vandaag haalbaar is. Eens kijken hoe lang ik in de buurt van de 1:45 kan blijven.

PR?

Als alles naar verwachting verloopt, dan kan ik mijn PR op de halve marathon met 10 minuten verbeteren. Mijn eerste wedstrijd op de halve was op 1 oktober 2017 tijdens de Singelloop in Breda - mijn oude hometown. Mijn linker kuit was flink overbelast en het was niet eens zeker of ik die dag de race uit zou kunnen lopen. Wonderlijk gelukt met een ietwat teleurstellende tijd van 2:01:13, ik wilde zo graag onder de 2 uur lopen. Hélas. Dommage.

Het zijn maar 30 seconden, maar het lijkt een... ja, een eeuwigheid

Na ongeveer 800 meter zie ik een rij volwassen bomen aan de linkerzijde van de weg. Daaraan ligt de Koninginnegracht. Ik stop en laat het lopen. Zucht. Het zijn maar 30 seconden, maar het lijkt een... ja, een eeuwigheid. Okay, 30 seconden verloren. En ik zie de vlag van de 1:45 pacer niet meer. Zou de 1:50 gangmaker ook al gepasseerd zijn tijdens mijn plaspauze? Dat zint me niets. Zodra we links afslaan zie ik ongeveer 100 meter voor me de 1:45 vlag. Target. Is. Locked.

Het lukt me echter niet om maar enigszins dichterbij te komen. En ik besef me dat het een onhaalbaar doel is, tenzij ik mezelf nu kapot wil lopen. Ik sluit me de aankomende kilometers aan achter een grijzende man. Mediterraans uiterlijk. Dat zie ik omdat hij even omkijkt naar het publiek. Het Haagse publiek dat al die haastige malloten niet onverschillig gedeslaat. Hij is klein, pezig en heeft een snelle efficiënte pas. Makkelijk te herkennen aan een blauwe Camelbak op zijn rug. Mooi stabiel tempo rond de 4:58 per kilometer. Zou ik dit vol kunnen houden? Ik haal hem in na een kwartier.

De man in de bus

Ondertussen dwalen mijn gedachten weer af naar Breda. Na afloop van de Singelloop raakte ik in de stadsbus naar mijn ouders in gesprek met een oudere heer. Gepensioneerd. Hij vroeg me naar mijn tijd. Die vertelde ik. Hij liep een respectabele 1:40. Ik was er stil van. Als ik ooit zo'n tijd zou kunnen lopen op de halve. Doel genoteerd.

Ik moet op zoek naar een volgende “pacer” anders houd ik dit tempo nooit vol. Mijn hartslag schiet omhoog. Ik knijp een gel met cafeïne uit in mijn mond.

Een tengere vrouw in het zwart - mijn leeftijd - haalt me langzaam in. Ik probeer haar bij te houden. Dat lukt me aardig, toch moet ik elke 5 minuten weer een paar meter prijs geven. Ze verdwijnt langzaam uit mijn zicht.

En dan merk ik dat ik al een tijdje loop achter een kalende man met een halflange strakke short. Hij is jonger dan ik. Kaal ben ik niet, maar elke dag mag ik meer grijze haren tellen op mijn hoofd. Ik heb daar vrede mee. Zo'n short: smakeloos, tenzij je Rico Verhoeven bent. Maarja, zelfs een mankini zou hem waarschijnlijk nog goed staan!

Scheveningen

We komen aan in de haven van Scheveningen. Ik zeg “we”, want ik voel me meer dan verbonden met mijn medelopers. Strijders met hetzelfde doel. Met hetzelfde lijden. Af en toe breekt de voorjaarszon door de lichte bewolking en haar warmte is aanzienlijk. Ik verlang naar de schaduw. Wat zeg ik? Schaduw?

Ik heb mijn voorloper met strakke short ingehaald en focus me op een jongen, ietwat rossig en makkelijk herkenbaar aan zijn rood-wit gestreept voetbalshirt. Hij loopt, zo schat ik in, nog een strakke 4:59 per kilometer. Mijn voeten doen pijn en ik ben teruggevallen naar gemiddeld 5:01 minuut per kilometer. Die 5 per kilometer is een magische grens voor mij. Het verschil tussen een half vol en een half leeg glas.

Ook hij loopt langzaam op me uit. Het zal me wat. Ik moet niet zo streng voor mezelf zijn. Mijn doel was om 5:19 te lopen en ik ren nu bijna 2 uur stabiel rond de 12km/u. Wees trots!!!

Wat een goede sfeer op Scheveningen. Heel veel enthousiast klappende toeschouwers. En kinderen met een uitgestoken hand. Ik loop naar de kant en laat mijn hand klappen op die van hun. Hier krijg ik energie van!

De weg loopt af. Ik wil harder, maar het gaat niet.

We gaan de Strandweg af en lopen richting de Badhuisweg. De weg loopt af. Ik wil harder, maar het gaat niet. Alles onder mijn liezen doet pijn. Ik loop in het rood. Nog maar een paar kilometer. Kom. Op!

Egoïsten

Op de laatste kilometer staat het weer vol met toekijkers. Ik zie ze wel, maar ik hoor ze niet. Wat voel ik me nu verschrikkelijk alleen. Mijn medestrijders zijn verdwenen. Zij hebben plaats gemaakt voor geharde egoïsten die slechts strijden voor zichzelf. Net als ik. Linksaf de Boorlaan in en daar zie ik de finish. Mijn pupillen verwijden zich. Ik zet aan voor een sprint. Volgens mij ziet het er niet uit, maar ik geef werkelijk alles wat er nog in mijn tengere lijf aan energie zit. Ik zuig de lucht schrokkend in mijn longen en blaas ze met bolle wangen weer hard uit. En weer, en weer.

Ik ben er. 1:46:58

Een kwartier sneller dan in Breda. En ik kom al aardig in de buurt van de eindtijd van die snelle oudere heer uit de Bredase stadsbus. Ja ik ben trots. Het is de pijn dwars en dubbel waard! Een mooie medaille wacht op mij.

Een bericht gedeeld door Edgar Runs Around (@edgarleijs) op

← Meer verhalen